HIV en aids, wat is nu waar en wat niet? Er gaan zoveel geruchten de ronde en het is van belang dat je zelf duidelijk weet wat je wel en niet moet geloven.
Eerst en vooral moet men duidelijk zijn over het verschil. Hiv staat voor humaan immunodeficiëntievirus. Het is dus een virus die aanwezig is in het bloed. Deze gebruikt CD-4 cellen uit het lichaam om zich te vermenigvuldigen en net deze staan in voor onze afweer. Het afweersysteem gaat dus achteruit en je weerstand tegen ziektes verminderd. AIDS is een afkorting van acquired immune deficiency syndrome. Dit is de laatste fase van een HIV-infectie. Het lichaam is dan niet meer in staat zich te beschermen. Indien je geen medicatie neemt, kom je automatisch in deze fase terecht.
Enkele stellingen:
- Heb je HIV, dan ga je snel dood
In de vroegere jaren was HIV inderdaad een erg dodelijke ziekte. Het virus brak je weerstand net zolang af totdat je AIDS kreeg en hieraan overleed omdat je lichaam zichzelf niet meer kan beschermen tegen ziektes. Tegenwoordig kan je snel achterhalen of je HIV-positief bent met een simpele HIV-test. Zelfs in de apotheek kun je tegenwoordig al een test vinden, zodat je dit zelf thuis kan doen indien je de drempel te hoog vindt om naar een dokter te gaan. Maar ben je via deze test positief, dan is het wel belangrijk dat je een afspraak maakt en medicatie inneemt die ervoor zorg dat het virus geremd wordt. Het is nooit volledig te genezen, maar met de huidige medicatie is het wel mogelijk een normaal leven te lijden met een normale levensverwachting. - Je krijgt alleen HIV van zonder condoom te vrijen
Indien je zonder condoom vrijt is de kans op seksuele aandoeningen veel groter, maar HIV kan ook overgedragen worden via bloed of orale seks. Daarnaast is een condoom nooit 100% veilig. Er bestaat altijd een kans dat deze scheurt. - Een zwangere vrouw besmet altijd haar kind
Indien het als een normale zwangerschap verloopt, kan het virus in de eerste 28 weken niet worden overgedragen van moeder op kind. Daarna wordt het risico wel groter, voornamelijk tijdens de bevalling. Daarom worden altijd HIV-remmers gebruikt ook tijdens de zwangerschap. - De vrouw mag borstvoeding geven
Bij het geven van borstvoeding worden er net heel veel cellen die het HIV-virus bevatten overgegeven. Daarom is het steeds nadrukkelijk aan te raden dat de vrouw geen borstvoeding geeft aan haar baby.
Indien je twijfelt of je aan HIV lijdt, praat er dan over met je dokter of vertrouwenspersoon. Hoe sneller je deze ziekte opspoort, hoe beter de slaagkansen van de behandeling. Ook bescherm je de mensen in je omgeving ermee, wanneer je de ziekte goed inschat.