Generische geneesmiddel, ook wel een generiek genoemd, is een geneesmiddel dat dezelfde werkzame stof of stoffen bevat als een oorspronkelijk op de markt gebracht merkgeneesmiddel.

Wanneer een geneesmiddel op de markt wordt gebracht heeft deze een patent. Dit wil zeggen dat gemiddeld 10 jaar niemand hetzelfde op de markt mag brengen voor verkoop. Een patent bestaat uit 20 jaar, maar meestal duurt de onderzoeksfase van een geneesmiddel gemiddeld 10 jaar, waardoor er nog 10 jaar overblijft nadat het op de markt is gebracht. Wanneer dit patent echter vervalt, is iedereen vrij om deze geneesmiddel na te maken. Deze zullen dus dezelfde dosering hebben, alsook hetzelfde gebruik, dezelfde neveneffecten en veiligheid. In andere woorden, deze zullen dus farmacologisch hetzelfde effect hebben als het origineel merk.

Een bekend voorbeeld hiervan is Aspirine. Iedereen kent dit, maar velen kopen ook acetylsalicylzuur. Dit is exact hetzelfde. Acetylsalicylzuur is de naam van het actieve bestanddeel in Aspirine.

Veel mensen zijn echter bang om deze te gebruiken, voornamelijk omwille van het grote prijsverschil. Dit zetten ze dan op één lijn met een kleinere veiligheidsmarge of een mindere werking. Maar deze worden ook even streng gecontroleerd als de originele merken.

Het prijsverschil zit hem voornamelijk in de ontwikkeling. Een generiek heeft geen ontwikkelings- en testfase gehad. En dit zijn net de fases die ervoor zorgen dat een geneesmiddel zo duur is. Ook de marketing ervan is al gebeurd en de mensen kennen het origineel product en het effect al.

Generische producten worden dus niet geproduceerd in niet betrouwbare fabrieken door illegalen en drukken zo de prijs naar beneden. Nee, het is gewoon een grote kost die wegvalt.

Indien je de keuze hebt, kun je dus evengoed eens de generiek proberen.